Ronald George Gravett

Sinds januari 1943 sturen de Engelsen regelmatig jachtvliegtuigen naar het vasteland om het vijandelijke verkeer over land, water en rails onder vuur te nemen. Zo’n missie staat bekend als een ‘rhubarb’. Op de vliegbasis Matlaske in Norfolk, Engeland zijn daarvoor de eenmotorige jagers van het type Hawker Typhoon 1B van 56 Squadron RAF aangewezen. De vliegtuigen zijn met vier 20 mm-kanonnen in de vleugels zwaar bewapend; ook kunnen zij worden voorzien van bommen en zo als duikbommenwerper fungeren. De Typhoon-squadrons hebben in het bijzonder een grote vaardigheid ontwikkeld in het vernielen van voertuigen in het algemeen en locomotieven in het bijzonder: in de periode voorafgaand aan de latere landing in Normandië vernietigen zij zo’n 150 locomotieven per maand.

Jachtvliegtuigen van het type Hawker Typhoon 1B

Neergehaald door luchtafweer boven Leiden  

Op 3 juli 1943 stijgen om 12.15 uur twee Typhoons op van Matlaske. De ene wordt gevlogen door Flight Sergeant Woodfall, de andere door Flight Sergeant Gravett. Ze hadden eigenlijk naar Haarlem zullen gaan en dus bij Zandvoort het land moeten binnenkomen, maar ze vliegen bij Noordwijk het Nederlandse luchtruim binnen. Ze pikken de spoorlijn Leiden-Haarlem op en volgen die richting Leiden. Daar loeit voor het eerst sinds mei 1940 het luchtalarm en de Duitse ‘Fliegerabwehrkanonen’ (Flak) in Oegstgeest, bij het viaduct over de Rijnzichtweg, en Leiden komen in actie.
Om 12.53 uur zien de twee vliegers op het station een stomende locomotief. Woodfall duikt erop af en verliest daarbij zijn wingman uit het oog. Hij schiet de locomotief aan flarden. De machinist, een leerling nog – Wouter van der Poll uit Utrecht –, komt om het leven, de stoker raakt gewond. Woodfall cirkelt omhoog door de flak, mist de andere Typhoon, ziet in de buurt van het station een halve straat in brand staan, vreest het ergste, en keert terug naar zijn basis.

Die straat is inderdaad niet vanzelf in brand geraakt. Het luchtafweergeschut heeft de Typhoon van Gravett geraakt. Het toestel wordt onbestuurbaar en boort zich met zijn breedte van meer dan 12 meter, zijn nog voor driekwart volle brandstoftanks en alle munitie, door de daken van vijf huizen aan de Van der Helmkade, bij de Spoorweghaven, ten zuidwesten van het station. Het vliegtuig slaat daarna brandend tegen de aan de overkant gelegen huizen. Vier woningen worden volledig verwoest en tien huizen raken min of meer zwaar beschadigd. De straat is nooit meer opgebouwd. Zes mensen raken gewond, groenteman J. Siera en Sergeant Gravett komen om het leven.
Ronald George Gravett is 22 jaar. Hij is de zoon van William George en Johanna Margaret Gravett, uit Moulsecoomb, Brighton, Sussex. Hij wordt op 6 juli 1943 als ‘Onbekend’ bij de andere geallieerden begraven, op het kerkhof van het Groene Kerkje in Oegstgeest.

Grafzerk van Sgt. Ronald G. Gravett