Marinus Cornelis Jelier was een Nederlandse verzetsstrijder tijdens de Tweede Wereldoorlog, geboren op 26 november 1894 in Rotterdam. Tijdens de oorlog woonde hij aan de Terweeweg 116 in Oegstgeest en was hij werkzaam als leraar Engels aan de Leidse Christelijke HBS (zie de foto). Hij was actief in het verzet, hoewel de precieze aard van zijn verzetsactiviteiten niet volledig bekend is. Sommige bronnen suggereren dat hij betrokken was bij het verbergen van koper dat toebehoorde aan de Willem van den Bergh Stichting, een instelling voor verstandelijk gehandicapten in Noordwijk. Anderen benadrukken dat hij op meerdere fronten actief was binnen het verzet.
Arrestatie en deportatieOp 6 augustus 1942 werd Jelier gearresteerd in Oegstgeest, vermoedelijk als gevolg van verraad. Na zijn arrestatie werd hij opgesloten in de Scheveningse gevangenis, ook wel bekend als het Oranjehotel, en later overgebracht naar Kamp Amersfoort. Op 29 oktober 1942 werd hij gedeporteerd naar concentratiekamp Neuengamme in Duitsland. Daar overleed hij op 3 januari 1943. Hij liet een vrouw en 2 kinderen achter.
Verbondenheid met Oegstgeest
Ter nagedachtenis aan zijn moed en opoffering wordt Marinus Jelier herdacht op de Erelijst van Gevallenen 1940-1945. Zijn naam leeft voort in Oegstgeest, waar hij wordt genoemd onder de oorlogsslachtoffers die in concentratiekampen zijn omgekomen. Zijn naam staat vermeld op het monument in het Bos van Wijckerslooth. In de school waar hij ooit werkte staat zijn naam op een plaquette met de namen van leraren en leerlingen die omkwamen in de Tweede Wereldoorlog. Dit is nu het Visser ’t Hooft-lyceum te Leiden.