De ceremonie voor het leggen van zes Stolpersteine in Oegstgeest begon met een bijeenkomst in het gemeentehuis. Verschillende sprekers vertelden over het leven van de slachtoffers. Burgemeester Jaensch memoreerde dat op deze dag – 27 januari- werd herdacht dat concentratiekamp Auschwitz 80 jaar geleden werd bevrijd.
Daarna vertrok het gezelschap naar de Frederik Hendriklaan 4 waar een steen werd gelegd voor Theo van den Oord. Theo van Elsen – Theo van den Oord was de broer van zijn moeder – vertelde hoe de slechts 19-jarige werd doodgeschoten ter hoogte van wat nu de hockeyvelden zijn. Simon Gold, 12 jaar, las namens Teylingen College locatie Duinzigt een gedicht voor. Samen met mede-leerlingen legde hij bloemen bij de steen die hun school had geadopteerd.
Bij deze en alle volgende plaatsing van Stolpersteine brachten de Veteranen Oegstgeest een eregroet.
Aan de Louise de Colignylaan 8 werd een steen gelegd voor Charlotte de Lange. Zij verbleef in wat toen Pension “Rosarium” was. Na haar deportatie overleed zij op 73-jarige leeftijd in Kamp Vught aan ontberingen. Jetteke Bolten stelde vast dat wij weinig van haar weten en las voor haar nagedachtenis een gedicht van Roland Holst voor. Rabbijn Levie sprak de Kaddisj uit.
Aan de Prins Hendriklaan 26 werden stenen gelegd voor Salomon en Truida Zwarenstein. Zij waren lid van de Vrijmetselaardij, daarom was de spreker dhr. van Maarsen van de Vrijmetselaarsloge La Vertu uit Leiden. Voorzittend Meester – Chris Beresford – sprak voor hun nagedachtenis en ook hier sprak Rabbijn Levie de Kaddisj uit.
Aan de Prins Hendriklaan 4 werd een steen gelegd voor Guus Reitsma. Die schreef in zijn afscheidsbrief dat hij moest denken aan een Griekse tekst die hij op school had geleerd. Docent Grieks aan het Stedelijk Gymnasium Leiden, dhr. J. Toorenaar, vertelde dat de betreffende versregel van Homerus in 2024 op een muur in de school is aangebracht ter herinnering aan Guus Reitsma.
Aan de Rijnzichtweg 62 werd een steen gelegd voor Jacob Keij. Spreker was zijn zoon Jan Keij die zich nog herinnerde dat zijn vader na een telefoontje het huis uit liep met de mededeling dat hij zo terug zou zijn. De verzetsstrijder bleek echter te zijn verraden en werd opgepakt. Op de Leusder Heide is hij op 8 maart 1945 gefusilleerd.