Op maandag 23 september 2024 zijn in Oegstgeest opnieuw Stolpersteine gelegd. Een Stolperstein is een betonnen blokje van 10 bij 10 cm met een messing plaatje erop. Daarin staat gegraveerd de naam van een persoon die in de Tweede Wereldoorlog vermoord werd, diens geboortedatum en sterfdatum en -plaats.
Die maandag werden op vier adressen negen struikelstenen in de stoep ingemetseld. De dag begon met een bijeenkomst voor nabestaanden en genodigden in een volle trouwzaal van het gemeentehuis. Wethouder Oudendijk vertelde dat de eerste Stolperstein in 1992 in Keulen is geplaatst door kunstenaar Gunter Demnig. Zijn stenen worden sindsdien in heel Europa geplaatst in de stoep voor het laatste woonadres van een slachtoffer van het nazi-regime. Verschillende sprekers namen de aanwezigen mee naar de levens van de personen voor wie die dag Stolpersteine werden gelegd.
Het gezelschap begaf zich naar de Koninginnelaan 12 waar een steen gelegd werd voor Hans Fles. Hij werd in 1920 geboren en wilde na zijn HBS in Engeland piloot worden bij de Royal Airforce. Hij maakt met een groepje vrienden plannen voor de oversteek naar Engeland, maar ze worden verraden. Zijn verloofde mag hem opzoeken in de gevangenis in Scheveningen. Nabestaande Marie José Fles vertelt dat de verloofde de was van Hans mee mag nemen. Thuis vindt ze in de boorden opgerolde briefjes met ontroerende teksten. Later wordt Hans overgebracht naar een concentratiekamp bij Berlijn. Hij komt op voor een oude man die niet meer op zijn benen kan staan en moet dat in 1942 met de dood bekopen.
Het volgende adres dat bezocht werd, was Regentesselaan 42 waar vader Eliazer Pinto en moeder Sophie met dochter Dina Ruth en zoon Bernhard en hun (schoon)moeder Goldine Schönthal en (schoon)zus Sara Schönthal op hun onderduikadres verraden werden. Elders in Oegstgeest liggen al 2 stenen voor opa en oma Pinto. Niemand van de familie Pinto heeft de oorlog overleefd, daarom vertellen leden van de Historische Vereniging Oegstgeest hun verhaal. Doordat Dina als verliefde puber te vaak uit huis gaat, werden zij en haar broertje opgepakt. Hun ouders dachten dat hun kinderen naar een werkkamp gingen en hebben zichzelf vrijwillig aangemeld om bij hen te zijn. De Duitsers wilden het huis van vader en moeder doorzoeken, maar door een typefout gaan ze langs bij de buren. Daar zijn op dat moment Goldine en Sara op bezoek en zij worden direct meegenomen. Met een Kaddisj, een Joods gebed en bloemen herdachten de aanwezigen de zes slachtoffers die in 1943 in Auschwitz omkwamen.
Aan de Prinsenlaan 3 werd een steen gelegd voor verzetsstrijder en gepensioneerd Marineman Theo Talboo in aanwezigheid van twee Oegstgeester Veteranen. Een nabestaande, dhr. R. Talboo vertelt hoe trots hij is op zijn moed. Theo, dan een vijftiger en zijn vrouw, formeerden ‘de groep Talboo’ en plegen tal van verzetsdaden. Ze maakten bijvoorbeeld bonkaarten buit en verborgen onderduikers. In januari 1945 ging het mis en werden Theo en zijn vrouw gearresteerd. Zijn vrouw werd na enige tijd vrijgelaten, maar Theo werd naar kamp Amersfoort overgebracht. Daar werd hij samen met 48 andere gevangenen gefusilleerd als vergelding voor de aanslag op de chef van de Duitse politie H.A. Rauter. De Stolperstein voor Theo Talboo was geadopteerd door de Veteranen Oegstgeest die hem een eregroet brachten.
Het laatste adres dat bezocht werd, was Emmalaan 32 waar een steen werd gelegd voor verzetsstrijder Arie Bijl. In de hele straat hadden buurtbewoners hun vlaggen halfstok gehangen. Twee nabestaanden vertelden dat de begaafde Arie wis- en natuurkunde in Leiden studeerde en in 1938 promoveerde. Een door Bijl ontwikkelde natuurkundige functie, wordt nog steeds gebruikt en is naar hem vernoemd. Ook een andere vinding is naar hem vernoemd. Arie Bijl werkte samen met Novelprijswinnaar Jan Tinbergen en met Albert Einstein omdat zij natuurkundige principes wilden toepassen op economische problemen. In zijn molen in Nederhorst ten Berg bood hij onderdak aan vervolgde natuurkundigen uit Oost-Europa. In 1944 kregen hij en zijn vrouw Agnes hun zoon Maarten. Arie heeft hem echter nooit gezien, want de Duitsers waren hem op het spoor gekomen. Maarten woont in Denemarken, maar was via beeldbellen toch een beetje aanwezig bij de steenlegging. Arie werd eerst naar kamp Amersfoort en daarna naar concentratiekamp Neuengamme bij Hamburg gebracht. Daar overleed hij in 1944 aan ontberingen.
Zie voor een overzicht van alle tot nu toe geplaatste Stolpersteine de pagina Geplaatste Stolpersteine.
De plaatsing van de Stolpersteine kreeg uitgebreid aandacht op Sleutelstad.
Het leggen van de Stolpersteine is een initiatief van het Comité Herdenken en Vieren Oegstgeest in samenwerking met de Historische Vereniging Oegstgeest. Er wordt onderzoek gedaan naar alle inwoners die door de bezetter vermoord zijn. Dit zal leiden tot het plaatsen van nog meer Stolpersteine. Wil u een Stolperstein adopteren of dit project financieel steunen? Neem dan contact op met de Penningmeester (Penningmeester@Herdenken-Vieren-Oegstgeest.nl).
U kunt doneren op de rekening van het comité: NL41 ASNB 0709 1715 95 ten name van R. Scheltens.
Wilt u op de hoogte zijn van bestelling en plaatsing van Stolpersteine in Oegstgeest? Meld u dan aan voor de Nieuwsbrief van de stichting via een mail naar de Webmaster: Webmaster@Herdenken-Vieren-Oegstgeest.nl.
De Historische Vereniging Oegstgeest heeft lesmateriaal voor scholen over de Stolpersteine en de Tweede Wereldoorlog ontwikkeld. Meer informatie vindt u op https://historischeverenigingoegstgeest.nl/.